DE GEMEENTE LUMMEN

DorpstraatOntstaan van de naam "Lummen"

De naam "Lummen" wordt op verschillende manieren verklaard. Zo is er de verwijzing naar het Latijnse "Lumen" wat "Licht" betekent. In de tijd van pater Jacobs, die leefde tussen 1750 en 1838, was iedereen ervan overtuigd dat "Lumen" "Licht" betekende. Andere klimmen in hun uitleg van de naam "Lummen" zelf op tot het Keltisch of zelfs het Fins. In de tweede helft van de vierde eeuw leeft Lummen onder Saalfrankse bezetting. Toen sprak men over Lummen als "Lampinam", "Lempinam" en "Salampinam". Rekening houdend met het feit dat -am plaatsaanduiding is in het Latijn, kwam men dicht bij " Lampmen"- "Lumpmen", onze oude vorm van Lummen. Wat nu precies de juiste betekenis is van de naam "Lummen", is tot nu toe nooit met zekerheid achterhaald. De naam "Laer" komt vrij veel voor in namen van Lummense gehuchten. "Laer" zou betekenen: braakland, een uitgestrekte open plaats met gras en onkruid bezaaid. Het is wel niet met zekerheid te zeggen of de naam "Laer" teruggaat tot het Keltisch, maar hij wijst toch op een zekere hoge ouderdom.

De heerlijkheid Lummen

Uit het feit dat er in Lummen vuurstenen, urnen en oude munten werden gevonden, daterend van voor de Romeinse Overheersing, kunnen we afleiden dat Lummen al bewoond was vóór die tijd. Wat er hier gebeurde voor de XIIIde eeuw is volkomen onbekend. De eerste perkamenten die over de "Heerlijkheid Lummen" spreken, dagtekenen vanuit de eerste jaren van de XIIIde eeuw. De heerlijkheid bestond toen uit Lummen, Schulen, Linkhout, Koersel, en Stokrooie. Toen reeds bestond het kasteel " De Burg" dat in leen werd gehouden door de Heer van Lummen die tezelfdertijd voogd van Haspengouw was.
Vanaf het moment dat de dochter van Lodenwijk de Looz d'Agimont huwde met Everhard I van der Marck tot de Franse omwenteling, is de heerlijkheid Lummen op een paar kleine onderbrekingen na en met voorbehoud van een vierde deel, dat aan de Hertog van Brabant toebehoorde, steeds in het bezit van de familie van der Marck gebleven.
Vanaf 1792 bewoonde de familie "Arenberg" het kasteel "De Burg" en namen zij het beheer van de gemeente Lummen over. De Heer van Brabant behield echter het beheer over een kwart van Lummen. Deze verdeling gaf echter aanleiding tot moeilijkheden betreffende gerecht en belasting. Immers, de Heerlijkheid Lummen telde 3 schepenbanken. Zo was er de Loonse schepenbank, die naar Loons recht oordeelde. De Brabantse schepenbank oordeelde naar de wetten van Leuven en was ingericht voor de Lummenaren die van Brabant afhingen. Tenslotte was er de Binnen Vrijheid die aangesteld was voor de bewoners van het centrum.

De Parochie Lummen

In het verleden moet de parochie van Lummen zo uitgestrekt geweest zijn als de baronie. Onze parochie omvatte de tegenwoordige parochies: Lummen-centrum, Genenbos, Thiewinkel, Viversel, Koersel, Linkhout en mogelijk zelfs Schulen.
Vele kerken hadden een erfelijke begever die het recht had pastoors te benoemen. De Heer van Lummen was begever van de kerk van Lummen.
Om in de behoeften van de kerk te voorzien waren de mensen verplicht "de tiende" te betalen. Dit was een tiende van de grondopbrengst. Onmiddellijk na de oogst werden de schoven door de pastoor of zijn plaatsvervanger geteld en elke tiende, twintigste en dertigste enz. werd eigendom van de kerk. Later werd "de tiende" vervangen door een zekere som geld. In principe moest "de tiende" verdeeld worden tussen de kerk, de pastoor en de armen van de parochie.

De gemeente Lummen

Ten tijde van de Baronie van Lummen bestond er in ieder dorp een soort gemeenteraad. Deze raad telde twee of meer burgemeesters en een zeker aantal gezworenen. De burgemeesters werden voor de duur van één jaar gekozen. Buiten hun burgemeesterambt waren zij ook nog ontvanger, niet alleen van belastingen, maar ook van de militaire opeisingen. Deze militaire opeisingen waren zeer groot. Jaarlijks eisten voorbijtrekkende troepen vlees, koren, hooi, enz. De inwoners waren dikwijls verplicht oorlogsmateriaal te vervoeren. Nog erger was het indien een eenheid besloot om hier te overwinteren, zoals de Hongaarse Huzaren in 1746-1747. Toen ze vertrokken waren de stallen en schuren leeg. De huidige gemeente Lummen bestaat uit de kerngemeente Lummen, de deelgemeente Meldert en de deelgemeente Linkhout. Lummen telt op dit ogenblik 13 542 inwoners en heeft een oppervlakte van 5 338 ha.

Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk

Deze is opgetrokken in Neo-Romaanse stijl. Ze werd in 1871 met een 60m hoge toren voltooid.
In de kerk treft men een Romaanse doopvont uit de 12de eeuw aan en een massief koperen lezenaar met een voetstuk uit wit marmer van Carrara (1642).

Kerk Thiewinkel

De kerk van Thiewinkel werd gebouwd in 1954-1955 en is toegewijd aan Sint-Jan de Doper.

Kerk Gestel

De kerk van Gestel werd gebouwd in 1951 onder leiding van de toenmalige pastoor Nulens. In augustus 1952 werd ze ingewijd en kreeg ze als patroonheilige St. Lambertus.

Sint-Rochuskerk Genenbos

Al spreken de archieven in 1672 reeds van een "capelle" te Genenbos, waarin misvieringen plaatsvonden, alsook van een kapelmeester, toch zou de parochie zelf eerst in 1842 gesticht worden.
In juli 1850 wordt de eerste steen gelegd voor de bouw van de kerk. In oktober 1851 volgt dan de inwijding en de kerk krijgt de naam Sint-Rochus. In 1960 werd onder leiding van de toenmalige pastoor Geukens, begonnen met de bouw van een nieuwe kerk, die op 6 juli 1961 werd ingewijd.

Kapel van de Beukenboom

De Willekensberg biedt een prachtig panorama op de Demervallei. Op de top, langs de rijksweg Lummen - Meldert, bevindt zich de geklasseerde kapel van Onze- Lieve-Vrouw van de Beukenboom. Ze werd in 1640-1641 onder leiding van P. Neven gebouwd. De kapel heeft een kamer waarin een kluizenaar woonde (1650) en is omgeven met beukenbomen. Het albasten Onze-Lieve-Vrouwbeeldje komt uit een Engels atelier (begin 15de eeuw).

Het gemeentehuis

Het gemeentehuis is opgetrokken in Neo-Renaissancestijl. Het werd voltooid in 1899. In 1992 werd het gerenoveerde en met een nieuwbouw voorziene gemeentehuis terug in gebruik genomen.


Bron www.lummen.be